Hoe je zenuwstelsel werkt
- Silvia Visser

- 23 nov
- 4 minuten om te lezen
De regisseur achter spanning, bescherming en herstel
In de vorige blog vertelde ik waarom je lichaam spanning aanmaakt om je te beschermen.
Maar waardoor gebeurt dat eigenlijk?
Waarom schieten je schouders omhoog bij stress, trekt je buik samen bij overweldiging, of zit je kaak opeens vast zonder dat je dat bewust doet?
Dat komt door de manier waarop je zenuwstelsel werkt.
Je zenuwstelsel is de regisseur van alles wat je lichaam doet.
Het bepaalt wanneer je in actie moet komen, wanneer je moet ontspannen en wanneer je moet herstellen.
En het reageert altijd sneller dan je gedachten.
In deze blog leg ik uit hoe het werkt, zodat je beter kan begrijpen waarom jouw lichaam soms spanning vasthoudt, ook als jij rationeel allang weet dat je “ontspannen mag zijn”.

Je zenuwstelsel heeft één taak: jou veilig houden
Of het nu gaat om stress, emoties, drukte, iets dat je spannend vindt of een situatie waar je lichaam op reageert zonder dat jij begrijpt waarom, het zenuwstelsel maakt razendsnel een inschatting:
Ben ik veilig, of niet?
Die vraag bepaalt letterlijk alles.
Op basis daarvan kiest je lichaam tussen twee standen:
1. Actiestand (sympathisch zenuwstelsel)
2. Herstelstand (parasympathisch zenuwstelsel)
Je leeft de hele dag heen en weer tussen die twee.
Tenminste: dat is de bedoeling.
Stand 1: de actiestand
Dit is de stand die geactiveerd wordt wanneer iets je aandacht, energie of alertheid vraagt.
Je lichaam bereidt je dan voor op doen, oplossen, reageren of beschermen.
Dat ziet er zo uit:
• hartslag gaat omhoog
• ademhaling versnelt
• spieren spannen aan
• gedachten worden sneller
• je staat scherp, alert, klaar
In blog 1 zag je al hoe dit er concreet uitziet:
• schouders, nek en kaken spannen aan om kwetsbare plekken te beschermen
• buik, middenrif en keel trekken samen bij overweldiging
• benen, heupen en armen spannen aan om klaar te staan voor vechten of vluchten
Het punt is: je hoeft niet daadwerkelijk in gevaar te zijn voor deze reacties.
Een drukke dag, een volle agenda, een mail van werk, een deadline, een moeilijke relatie, oude patronen, of iets wat je raakt. Alles kan de actiestand activeren.
Dat gaat allemaal buiten je bewuste wil om.
Daar hoef je niets voor te doen.
Het gebeurt.
Stand 2: de herstelstand
De herstelstand is het tegenovergestelde.
Hier kan je lichaam:
• spanning loslaten
• spieren ontspannen
• pijn verminderen
• je spijsvertering herstellen
• hormonen reguleren
• je immuunsysteem aanzetten
• energie bijtanken
Deze stand activeert alleen wanneer je lichaam voelt:
Het is veilig genoeg om te ontspannen.
Niet wanneer jij denkt dat je veilig bent, maar wanneer je zenuwstelsel het zo ervaart.
Dat is een belangrijk verschil.
Waarom het cruciaal is om te kunnen schakelen
Gezond functioneren gaat niet over altijd ontspannen zijn.
Het gaat over flexibel kunnen schakelen tussen actie en herstel.
• Even aan → daarna weer uit
• Even inspannen → daarna herstellen
• Even alert → daarna zakken
Wanneer dat soepel gaat, voel je je stabiel.
Maar bij veel mensen blijft het systeem te vaak in actiestand hangen.
Niet door iets wat ze fout doen, maar omdat het zenuwstelsel:
• te vaak geactiveerd wordt
• te weinig echte herstelmomenten krijgt
• spanning vasthoudt uit oude bescherming
• te veel prikkels moet verwerken
• jarenlang heeft “geleerd” dat het alert moet blijven
Dan gebeurt dit:
• je staat altijd nét aan
• je slaapt lichter
• je voelt je sneller overprikkeld
• je spanning zakt maar half
• je gedachten blijven actief
• je lijf blijft onrustig, zelfs in rust
Veel cliënten zeggen dan:
“Het voelt alsof mijn lijf geen uit-knop meer heeft.”
Dat is precies waar Blog 3 over zal gaan.
Hoe dit eruitziet in het dagelijks leven
Je kent vast één of meer van deze momenten:
• Je voelt je gehaast, terwijl je helemaal niet haast hebt.
• Je ligt ’s avonds moe in bed, maar je lichaam is klaarwakker.
• Je schrikt van iets kleins en merkt dat je hart meteen versnelt.
• Je ontspant even, maar voelt dat je adem hoog blijft.
• Je bent vrij, maar je lichaam staat nog in werkstand.
• Je wil een rustige avond, maar je schouders blijven hoog.
Dat is geen aanstellerij.
Dat is geen “drukte”.
Dat is je zenuwstelsel dat nog niet durft los te laten.
Het beschermt je.
Ook als dat niet meer nodig is.
Wat dit met BSR te maken heeft
BSR werkt niet op spieren, maar via het zenuwstelsel.
De zachte impulsen geven informatie aan het systeem:
Je mag loslaten. Je hoeft niet meer vast te houden. Er is ruimte om te herstellen.
Daarom werkt BSR soms op plekken die je niet verwacht (zie Blog 1).
En daarom voelen veel mensen na de eerste releases:
• zachtere ademhaling
• meer rust in het hoofd
• diepere ontspanning
• minder druk in het lichaam
• meer “aanwezig” zijn
Niet doordat spieren worden losgemaakt, maar doordat het zenuwstelsel minder hoeft te beschermen.
Deze blog maakt deel uit van een reeks van 40 artikelen over het zenuwstelsel, spanning, oude patronen en het natuurlijke herstellend vermogen van het lichaam. De serie vormt het fundament onder mijn manier van werken binnen Body Stress Release en biedt verdieping en handvatten voor wie meer invloed wil krijgen op herstel en wil ontdekken wat er in het lichaam gebeurt.
Volgende keer
In de volgende blog leg ik uit waarom je lichaam soms ‘aan’ blijft staan, ook als jij allang weet dat er niets aan de hand is. Dat is de kern van de polyvagaal-theorie, maar dan uitgelegd op een manier die je in je eigen lichaam gaat herkennen.
Vorige blog: waarom je lichaam spanning vasthoudt




Opmerkingen